Jaargang 7
9 juni 2019
Vandaag moeten we echt eerst de was doen. Bah, kost weer tijd en is een dom karwei. Maar wat moet dat moet. Om een uur of 9:00 staan we bij de laundrette met een handvol kwartjes. Ik mik alles bij elkaar in en dan duurt het iets van een half uur en dan moet het ongeveer schoon zijn. Zo gaat dat hier. Zit ik thuis met mijn Miele die er 3,5 uur over doet. Maar dan wordt het wel echt schoon tenminste. En hier komt er meteen warm water in de wasmachine en dat scheelt ook tijd.
Tijdens het wassen rijden we naar de benzinepomp om te tanken en we steken nog even de straat over naar een trailer (het hele plaatsje bestaat uit trailers...) waar oude (en nieuwere) spullen verkocht worden. Een heleboel meuk, maar je hoopt er toch altijd iets leuks tussen te vinden. Een vriendelijke, dik bebaarde en langharige man met ongeveer 1 tand staat ons te woord. We zoeken naar iets uit de oude tijd van hier in het "Wilde Westen", een fles of een blikje of zo, iets wat in ieder geval in de koffer past. De man graaft een doos met oude flessen onder een stapel vandaan en ik zoek er 2 uit. $10,- wil de man ervoor hebben en wij vinden dit prima. We geven hem nog $2,- extra voor de moeite en zijn vriendelijkheid. Hij wil er niks van weten maar we geven het toch.
Terug bij de laundrette is onze was al klaar. Mooi zo. Nu nog drogen. Een kwartje per 6 minuten. Na een half uur is alles al droog, opvouwen en wegwezen.
Nu op zoek naar ijsblokjes voor in de koelbox. Niet bij de Family Dollar, bij de benzinepomp alles op, dan maar naar de Candystore. Bingo! Nog even terug naar het motel om broodjes te smeren en op naar Death Valley.
Titus Canyon en Goldpoint staan op het lijstje. We besluiten via Titus Canyon naar Golpoint te rijden.
Titus Canyon is net zo mooi als enkele jaren geleden en de herinneringen van toen we hier met de jongens waren borrelen weer naar boven.
We genieten van de mooie uitzichten en lopen door Leadfield, een ghosttown waar steeds minder van over blijft. Er staan slechts nog enkele ruïnes van wat ooit een klein stadje was.
Als we Titus Canyon verlaten, komen we erachter dan de weg bij Scotty's Castle eruit ligt en we helemaal niet bij Goldpoint kunnen komen tenzij we terug over Beatty gaan. Maar hier hebben we geen tijd voor.

Scotty's Castle en de weg er langs zijn in oktober 2015 door hevige regenval ernstig beschadigd en het kost nogal een vermogen om alles te restaureren. Tja, misschien eerst alleen de weg repareren....? Dan kan je er in ieder geval langs en van de ene kant van de berg naar de andere komen.
Maar ja, de weg ligt er dus uit en er rest niets anders dan de Ubehebe Crater te bezoeken, want het enige alternatief is mijlenver over een gravelroad en we hebben al genoeg hobbelpad gehad voor vandaag. Aanvankelijk lonkt de krater niet erg. De vorige keer dat we hier waren waaide het erg hard en was er niet zoveel aan. Maar we gaan toch, want hiken hebben we hier nog niet gedaan. Het waait niet en het is mooi weer, we besluiten om de krater heen te lopen. Het is een leuke en vrij makkelijke loop en dat bevalt ons best vandaag. Op de zwarte onderlaag om de krater bloeien allemaal roze bloemetjes. Erg mooi. In heel Death Valley en ook in Canyonlands staat er veel in bloei doordat er veel regen gevallen is en er nog steeds sneeuw in de bergen ligt dat zorgt voor aanvoer van water. Heel bijzonder en heel mooi. Bloemen in de woestijn.
Na onze wandeling rijden we terug en gaan meteen eten. Weer bij Danny's. We krijgen bij het afrekenen zelfs een kaartje mee voor korting omdat we zo'n beetje vaste klant zijn geworden na 3x eten. Helaas gaan we morgen weg en hebben we er waarschijnlijk niks aan.
Douchen, verslag schrijven, koffer netjes voor vertrek en klaar is het weer voor vandaag. Welterusten.
The Erik & Annette Gazette
Beatty
🗄
✉️